Overlevingsinstinct

P41 Overlevingsinstinct – Willem Punt

Boekfragment

Uit: Survivor. Junyo Maru & Pakan Baroe. Willem Punt & Nicola Meinders, White Elephant Publishing, 2019. 

“We hadden de opdracht om per dag één tot anderhalve kilometer spoorweg aan te leggen. Schoeisel hadden we niet, dus ik verplaatste mij op blote voeten, met alleen een schaamlapje van jute om m’n billen.

Op een goede – of misschien wel kwade – dag brak de regentijd aan, de westmoesson. Al het water dat op de bergen valt, stroomt naar beneden en veroorzaakt elk jaar weer overstromingen. Dag en nacht regent het en de rivieren kunnen al dat water van de bergen niet verwerken. Ze stromen over waardoor zogenaamde bandjirs, vloedgolven, ontstaan. 

Doordat tijdens een bandjir hele bomen en grote struiken met grote snelheid door de rivier werden meegesleurd, was het zaak er voor te zorgen dat het spul niet met kracht tegen de brugconstructie zou stoten, of nog linker, zou blijven hangen. Ik moest met kunst en vliegwerk voorkomen dat bomen, takken en ander drijvend spul, zoals massa’s dode dieren, aan de brugpijlers bleven hangen. Het was levensgevaarlijk werk, zeker in onze verzwakte en ondervoede staat. Voor je het wist, werd je door iets geraakt of meegesleept door de stroming.

In één van de kampen moest ik zieken verplegen in een ziekenbarak en als nevenfunctie moest ik graven delven. Mensen gaven de moed op. De oorlog zou zes maanden duren, werd in het begin gezegd. En jaren later zaten we in steeds slechtere omstandigheden en met alsmaar afnemende hoop vergeefs te wachten op goed nieuws. Er stierven op het laatst gemiddeld tien mensen per dag, in een kamp van pakweg 1.000 man. Ze overleden aan beriberi, malaria, dysenterie (buikloop) en tropische zweren. Al deze ziektes zijn te genezen met adequate medicatie en wat versterkende voeding, maar wij kregen niets van dat alles.”