Een gedeeld verleden

P63 Een gedeeld verleden – Nanno Nommensen & Willie Nommensen-Schoorel

Boekfragment

Nanno Nommensen

Uit: Eresaluut boven massagraf. Junyo Maru de -vergeten- scheepsramp. Ed Melis, uitgever Stichting Herdenking Junyo Maru, Sumatra 1985. 

“Behalve de bemanningen en het Japanse gewapende geleide, waren er dus 2.300 krijgsgevangenen en 4.000 ‘koelies’ (romoesha’s, red.) = 6.500 zielen aan boord van het naar taxatie 7 à 8.000 tons grote stoomschip, met donkergrijze camouflagekleur. De zwaar doorroeste romp, luikhoofden, trapleuningen illustreerden de staat van onderhoud van het schip. De naam was nergens te bekennen, wel zag men een koperen plaat tegen de campagne, waarop nog vaag te lezen stond, 1908 Liverpool.

’s Middags klokke 3 werd van de kade verstoomd naar de rede, met ligplaats voor de pieren en met kop-Noord ten anker. Tenten of zeilen waren niet gespannen; zoals men daar aan dek overdag aan de zonnestralen was blootgesteld, zo keek men ’s nachts naar de sterren. Als reddingsmiddelen hingen twee oude sloepen aan de davits buiten boord ter hoogte van de brug: een aan bakboord en een aan stuurboord. Dan lagen hier en daar aan dek de bekende vierkante houten raamwerkvlotten opgestapeld, maar daarmee is ook alles genoemd wat er aan reddingsmiddelen voor de nietbetalende ‘passagiers’ aan boord aanwezig was. Geen reddingsgordels en geen boeien, geen noodrantsoen en drinkwatertonnen voor een onverhoopte ramp. De Japanners daarentegen droegen waterdichte zakjes bij zich, gevuld met spijs en drank, en liepen reeds van het moment van ontmering in de binnenhaven in hun zwemvest rond.

Of dat een kwestie was van Japanse discipline dan wel van Japans bijgeloof (het schip droeg bij de schoorsteen aan beide zijden op een reusachtig wit geschilderd bord het nummer ‘652’, som der cijfers 13!) blijve hier een open vraag, maar bemoedigend voor de krijgsgevangenen zonder voldoende reddingsmiddelen was het Japanse schouwspel zeker niet. Mogelijk ook was het weer een van die geraffineerde middelen van morele kwelling; de mannen moesten worden bang gemaakt!”

Boekfragment

Willie Nommensen-Schoorel

Uit: Mensen onder druk. Dr. Ir. A.F. Schoorel (broer van Willies vader), Uitgeverij T. Wever 1985.

DE VERRE REIS MET NIPTOUR

“De chirurg C.W. Schoorel heeft van de vele leden van onze familie die bij het begin van de oorlog in Nederlands-Indië woonden het grootste aantal kilometers voor Nippon gereisd. Ik heb geprobeerd met behulp van een goede kaart de totale afstand van die reizen te bepalen en kwam op ongeveer 10.000 km. De reis begon in Malang in Oost-Java. Vandaar naar Soerabaja. Van Soerabaja per troepentransportschip naar Bima op Soembawa, toen naar Koepang op Timor en door naar Dili. Vandaar naar Maoemere op het eiland Flores.

Dr. S. heeft in dit kamp, evenals op vele locaties voor en na Maoemere, als arts gewerkt en indien nodig geopereerd. De operatie van een blindedarm vond plaats in een klapperaanplant waarin de barakken voor de krijgsgevangenen waren gebouwd. Een patiënt lag op een primitieve operatietafel. Dr. S. en enige hulpen waren met hem bezig. Rondom de tafel stonden Japanners, die dat wel eens wilden zien. Dr. S. verrichte de operatie en liet na afloop de weggesneden blindedarm vol trots aan het hem omringende publiek zien. Dat reageerde met gejuich. De patiënt heeft deze openlucht-show overleefd.

Toen het vliegveld klaar was ging de tocht op 31 augustus 1944 in een eenvoudige boot naar Soerabaja terug. Van Soerabaja ging het gezelschap per trein naar Meester Cornelis bij Batavia in het bekende kamp ‘Kampong Makassar’. In Januari 1945 werd de reis voortgezet. Eerst ging het van Tandjong Priok, de haven van Batavia, naar Singapore en kort daarna door naar Saigon. Tijdens deze laatste tocht werden schepen van het konvooi door geallieerde vliegtuigen gebombardeerd. Tenminste één Japans schip werd tot zinken gebracht. In Saigon kwam Dr. S. te werken in het hospitaalkamp bij Bien Hoa, nabij Saigon.

Daarna werkte hij nog korte tijd in een kamp halfweg in de richting van Da Lat, in het noordoosten van Cochin China, alweer als arts-chirurg van een groep krijgsgevangenen die een vliegveld moesten aanleggen. Vandaar ging de tocht naar Cambodja, maar toen hij met zijn groep in Phnom Penh was aangekomen, capituleerde Japan en ging het gezelschap terug naar Saigon. Dr. S. had er toen zijn 10.000 km op zitten. Tegen Kerstmis 1945 werd het gezin Schoorel in Bangkok herenigd.”